HET PROJECT
Laten we het project even kaderen in de huidige wetgeving en dus in de ruimere visie van het activeringsbeleid van de Vlaamse Overheid. Het uiteindelijke doel van het nieuwe activeringsbeleid –zowel van de RMI-wetgeving als van de TWE OCMW-maatregel– is om OCMW-cliënten te laten doorstromen naar een job op de reguliere arbeidsmarkt. Vóór januari 2017 werd art. 60§7 tewerkstelling ingezet als een losse module in het activeringsbeleid. Dit kan sinds de nieuwe wetgeving niet meer. Enerzijds is de specifiek wettelijke activeringsopdracht van het OCMW opgenomen in de RMI- wetgeving (RMI = Recht op Maatschappelijke Integratie) met aandacht voor een duurzame activering van mensen in armoede; anderzijds zijn er de wijzigingen in het decreet naar aanleiding van de zesde staatshervorming. De RMI-wet (2002) dicht de OCMW’s een specifieke activeringsopdracht toe: iedereen heeft recht op maatschappelijke integratie via werk (bv. via art.60 par7 en art.61 van de OCMW-wet of een andere tewerkstellingsmaatregel). Binnen deze situatie stelt de wet voorop dat voor alle dossiers er een geïntegreerd project op maatschappelijke integratie wordt opgesteld met als doel zo snel mogelijk te activeren. Dankzij de RMI-wet wordt tewerkstelling meer dan ooit gezien als een hefboom voor armoedebestrijding en als de weg bij uitstek naar maatschappelijke integratie. Het OCMW heeft de specifieke opdracht om iedereen te ondersteunen in de zoektocht naar duurzaam werk. Anderzijds is sinds de zesde staatshervorming (2017) ook de activerende maatregel ‘Tijdelijke Werkervaring’ (TWE OCMW) van kracht. Deze maatregel plaatst het gebruik van het art. 60§7 tewerkstelling in een nieuw daglicht. Tijdelijke Werkervaring richt zich naar leefloongerechtigden die door een gebrek aan (recente) werkervaring en arbeidsattitudes niet onmiddellijk aan de slag kunnen in het reguliere arbeidscircuit. Het traject heeft als doelstelling om deze doelgroep competenties en werkervaring te laten opbouwen binnen een reële werkomgeving.